Het onderhoud van kapitaalgoederen wordt onderverdeeld in regulier onderhoud, groot onderhoud en rehabilitatie. De huidige bedragen in de begroting zijn gebaseerd op de nu vastgestelde plannen inclusief eventuele mutaties, onder andere areaaluitbreiding. Bij de actualisatie of bij het opstellen van nieuwe beleids- en beheerplannen worden de financiële kaders opnieuw vastgesteld. Dit gebeurt dan op basis van de actuele areaalgegevens, het voortschrijdend inzicht in (beleids)doelstellingen en mogelijke herziene politieke doelstellingen. Hierbij blijft de basis 'schoon, heel en veilig' het minimale uitgangspunt.
Regulier onderhoud, klein onderhoud
Dit betreft werkzaamheden en maatregelen van kort cyclisch karakter, zoals het verhelpen van meldingen en schadeherstel. Goed, consequent uitgevoerd regulier onderhoud is levensduur verlengend. De kosten worden gedekt uit de beheer- en onderhoudsbudgetten, die jaarlijks in de begroting beschikbaar worden gesteld.
Groot Onderhoud
Hieronder vallen de werkzaamheden die ervoor zorgen dat de kapitaalgoederen tijdens hun levensduur in goede staat blijven. De kosten voor deze werkzaamheden worden gedekt uit de verschillende voorzieningen. Deze voorziening wordt jaarlijks gevoed met een dotatie uit de begroting, waarmee pieken en dalen in de uitgaven worden geëgaliseerd binnen die voorzieningen. Bij de actualisatie van de beheerplannen kan de omvang van de dotatie wijzigen.
Rehabilitaties
Dat is het totaal van een kapitaalwerk het eind van de levensduur of het uitvoeren van levensduur verlengende maatregelen. Deze investeringen van maatschappelijk nut worden vanaf 2017 geactiveerd en in een aantal jaren afgeschreven. Op basis van het investeringsplan 2020-2023 zijn de investeringsbedragen geraamd en de cumulatieve kapitaallasten berekend.