BEGROTING 2020

Meicirculaire 2019

Financiële gevolgen in de begroting 2020-2023

In de begroting 2020-2023 is de meicirculaire verwerkt. Verwerking van de meicirculaire is deels het gevolg van rekenwerk (financiële techniek) en deels van het gevolg van gemaakte beleidskeuzes.
Hieronder volgt een toelichting op de uitwerking van de mei-circulaire in de begroting 2020-2023. We starten met het verschil in de omvang van de Algemene Uitkering op totaalniveau (1). Deze kan worden uitgesplitst in taakmutaties (2) en financieel technische mutaties (3). Over de beschikbaar gekomen taakmutaties zijn beleidskeuzes gemaakt 4). De verandering in omvang van de Algemene Uitkering, verrekend met de gevolgen van de beleidskeuzes resulteren uiteindelijk in en totaalbeeld van de financiële gevolgen van de meicirculaire (5).

1. Meicirculaire uitgewerkt op totaalniveau
Onderstaande tabel laat zien wat op totaalniveau het verschil is tussen de algemene uitkering in de decembercirculaire 2018 en de stand van de meicirculaire 2019.
(x € 1.000, - = voordeel, + = nadeel)

Algemene uitkering

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Decembercirculaire 2018

-29.969

-31.448

-31.993

-32.264

-32.551

-32.879

Meicirculaire 2019

-29.984

-32.115

-33.210

-33.312

-33.129

-33.493

Verschil

-15

-667

-1.217

-1.048

-578

-613

In de volgende tabel wordt het verschil ten opzichte van de laatste circulaire gespecificeerd naar onderdelen. Per onderdeel worden de verschillen hierna verder toegelicht.
(x € 1.000, - = voordeel, + = nadeel)

Mutaties meicirculaire 2019

2018

2019

2020

2021

2022

2023

1. Taakmutaties

0

-868

-690

-666

-364

-369

2. Financieel technische mutaties

-15

201

-527

-382

-214

-244

Totaal

-15

-667

-1.217

-1.048

-578

-613

2. Taakmutaties
In onderstaand overzicht wordt het totaal aan taakmutaties uitgewerkt naar de diverse posten waaruit dat totaal is opgebouwd. Daarna wordt iedere individuele post toegelicht.
(x € 1.000, - = voordeel, + = nadeel)

Taakmutaties meicirculaire

2018

2019

2020

2021

2022

2023

1. Jeugdhulp extra middelen

-412

-312

-314

2. Loon- en prijsbijstelling Jeugd

-112

-114

-115

-116

-117

3. Voogdij/18+

-22

1

1

2

2

4. Verhoging leeftijdsgrenzen gezinshuizen

-2

-6

-8

-10

-12

5. Invoer Wvggz

-32

-32

-32

-32

6. Armoedebestrijding kinderen

5

5

5

5

7. Loon- en prijsbijstelling Wmo 2015

-127

-130

-131

-132

-133

8. Loon- en prijsbijstelling Wmo HV

-68

-69

-71

-72

-72

9. Maatschappelijke begeleiding

-12

10. Bonus beschut werken

-18

11. Loon- en prijsbijstelling Participatie

-1

-1

-1

-2

-2

12. Participatie

-13

-2

-2

-2

-3

13. Landelijke vreemde-lingenvoorzieningen

12

8

7

14. Verhoging taalniveau statushouders

-33

-33

15. Sportakkoorden

-15

16. Brede impuls combinatiefuncties /buurtsportcoaches

-33

-33

-33

-33

-33

17. Beheersovereenkomst DSO-LV

28

28

28

28

18. Waterschapsverkiezingen

-20

19. DigiD en mijnOverheid

5

20. GDI voorzieningen

3

Taakmutaties

0

-868

-690

-666

-364

-369

Toelichting

2.1. Jeugdhulp extra middelen
Het kabinet heeft besloten extra middelen toe te voegen aan het jeugdbudget. In 2019 gaat het om € 420 miljoen (waarvan € 20 miljoen tijdelijk aan de jeugdautoriteit beschikbaar wordt gesteld) en in 2020 en 2021 om jaarlijks € 300 miljoen. Aanvullend wordt onderzoek verricht om te kunnen bepalen of, en zo ja in welke mate, gemeenten structureel extra middelen nodig hebben. Daarnaast worden de komende maanden bestuurlijke afspraken gemaakt tussen Rijk en VNG over hoe het jeugdhulpstelsel effectiever, efficiënter en beter kan gaan functioneren. Meer informatie is te vinden in de brief die op 27 mei jl. aan de VNG is verzonden.

2.2. Loon- en prijsstijging Jeugd
Omdat onderdelen pas vanaf één jaar na overheveling  naar de algemene uitkering accres genereren heeft voor 2019 loon- en prijsbijstelling plaats gevonden. Vanaf 2020 ontvangt het onderdeel Jeugd accres.

2.3. Voogdij/18+
Deze post bestaat uit meerdere onderdelen;

  • In 2019 wordt het gemeentefonds verhoogd met het bedrag dat is overbleven van de compensatieregeling 2017 t/m 2019.
  • Daarnaast is besloten om de compensatieregeling met drie jaar te verlengen wat enerzijds een korting op het gemeentefonds betekent en anderzijds een verhoging van de DU Voogdij/18+.  
  • Ook zijn de gegevens waarop de uitkering uit de DU Voogdij/18+ is gebaseerd geactualiseerd wat leidt tot enerzijds een hogere uitname uit het gemeentefonds en anderzijds een hogere uitkering van de DU Voogdij/18+.

2.4. Verhoging leeftijdsgrenzen gezinshuizen

Vooruitlopend op afspraken om vanaf 1 juli 2018 pleegzorg standaard te verlengen worden extra financiële middelen aan het jeugdhulpbudget toegevoegd.

2.5. Invoer Wvggz

Voor de gemeentelijke taken en bijbehorende kosten die volgen uit de Wet verplichte ggz die met ingang van 1 januari 2020 in werking treedt zijn middelen ter beschikking gesteld. Deze wet vervangt de Wet bijzondere opneming in psychiatrische ziekenhuizen en regelt de rechten van mensen die te maken hebben met verplichte zorg in de GGZ. Een belangrijke verandering is dat verplichte zorg straks ook buiten een GGZ-instelling opgelegd kan worden en dat de essentiële voorwaarden voor deelname aan de maatschappij in het zorgplan worden meegenomen.  

2.6. Armoede bestrijding kinderen

Jaarlijks vindt bij de meicirculaire actualisatie van de verdeling voor het jaar t+1 en verder plaats. De middelen worden verdeeld op basis van door het CBS ontwikkelde gegevens over kinderen met een kans op armoede.

2.7. Loon- en prijsbijstelling Wmo 2015

De loon- en prijsstijging 2019 ten behoeve van de Wmo 2015 is toegekend.

2.8. Loon- en prijstijstelling Wmo HV

De loon- en prijsstijging 2019 ten behoeve van de Wmo huishoudelijke verzorging is toegekend.

2.9. Maatschappelijke begeleiding

Conform artikel 18 van de Wet inburgering voorziet het college in de maatschappelijke begeleiding van inburgeringsplichtige asielmigranten en hun gezinsleden. Het bedrag voor 2019 is vastgesteld op basis van het betreffende aantal personen.

2.10. Bonus beschut werken

De uitkering voor 2019 is geactualiseerd op basis van gegevens van het UWV.

2.11. Loon- en prijsbijstelling participatie

Zie de toelichting onder 2

2.12. Participatie

Voor de verbetering van de verdeling zijn een aantal wijzigingen doorgevoerd die leiden tot nieuwe bedragen voor 2019 en verder.

2.13. Landelijke vreemdelingenvoorzieningen

Voor de bekostiging van de samenwerkingsafspraken tussen het Rijk en gemeenten voor de ontwikkeling van Landelijke Vreemdelingvoorzieningen is 16,5 miljoen uit het gemeentefonds gehaald.  

2.14. Verhoging taalniveau statushouders

In aanloop naar het nieuwe inburgeringsstelsel hebben Rijk en gemeenten bestuurlijke afspraken gemaakt over de versterking van het taalniveau van statushouders die nog onder de huidige Wet inburgering inburgeren. Het kabinet stelt € 40 beschikbaar aan gemeenten voor de periode 2019/2020.

2.15. Sportakkoorden

Voor de totstandkoming van lokale/regionale sportakkoorden wordt aan gemeenten die hiertoe een verzoek hebben ingediend bij de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) een budget van
€ 15.000 per gemeente beschikbaar gesteld voor procesbegeleiders (sportformateurs). Indien er reeds een lokaal/regionaal sportakkoord is gesloten wordt per gemeente een uitvoeringsbudget beschikbaar gesteld.

2.16 Brede impuls combinatiefuncties/buurtsportcoaches

Het percentage dat door Nieuwkoop is aangevraagd is gewijzigd. Dit houdt in dat de uitkering wordt verhoogd.

2.17. Beheersovereenkomst DSO-LV

De beheerovereenkomst DSO-LV tussen de VNG, het IPO, de UvW en de minister van BZK regelt onder andere de inhoud en de uitvoering van de beheertaak, de financiering en de samenwerkingsafspraken voor een optimale werking van het Digitale stelsel Omgevingswet landelijke voorziening (DSO-LV). Op grond van deze beheerovereenkomst gaan gemeenten vanaf 1 januari 2020 jaarlijks 18 miljoen bijdragen aan de kosten van het basisniveau DSO-LV en het informatiepunt Omgevingswet. In 2021 treedt de Omgevingswet in werking.

2.18. Waterschapsverkiezingen

Gemeenten ontvangen voor de waterschapsverkiezingen van 2019 een vergoeding van
€ 12 miljoen.

2.19. DigiD en mijnOverheid

De VNG en het Ministerie van BZK hebben afgesproken dat de doorbelasting van DigiD en MijnOverheid via het gemeentefonds verloopt. De bestaande regeling wordt voor de komende drie jaar verlengd, de kosten hiervoor worden in 2019 uit het gemeentefonds uitgenomen.

2.20. GDI voorzieningen

De doorbelasting aan gemeenten van de niet-transactiegerichte voorzieningen in de generieke digitale infrastructuur (GDI) vindt plaats via een uitname uit het gemeentefonds.

3. Financieel technische mutaties
Onderstaande tabel geeft een detaillering van de financieel technische mutaties.
(x € 1.000, - = voordeel, + = nadeel)

Financieel technische mutaties

2018

2019

2020

2021

2022

2023

1. Hoeveelheidsverschillen

1

-92

-123

-111

-102

-87

2. Accres ontwikkeling

270

315

496

716

760

3. Plafond BCF

90

4. Uitkeringsfactor en uitkeringsbasis

-16

-67

-719

-767

-828

-917

Financieel technische mutaties

-15

201

-527

-382

-214

-244

Toelichting
3.1. Hoeveelheidsverschillen
De algemene uitkering wordt berekend door de vermenigvuldiging van een aantal vaststaande maatstaven (inwoners, woonruimte, land …etc.) met een bedrag per maatstaf (welke voortvloeit uit de circulaire). De hoeveelheidsverschillen betreffen wijzigingen in aantallen van deze maatstaven van Nieuwkoop ten opzichte van de december circulaire 2018. De aantallen worden continu aangepast aan de meest recente informatie. T.o.v. de december circulaire zijn o.a. de aantallen inwoners, woonruimten en bijstandsontvangers gewijzigd.

3.2. Accres ontwikkeling
De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Volgens het systeem van ‘samen de trap op en samen de trap af’ hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van het gemeentefonds. De jaarlijkse toename of afname van het gemeentefonds, voortvloeiend uit de trap op trap af-methode wordt het accres genoemd.
De definitieve vaststelling van het accres 2018 is ten opzichte van de septembercirculaire 2018 (in de decembercirculaire vindt geen aanpassing van het accres plaats) een nadelige bijstelling met een min van € 148 miljoen. De afrekening van 2018 vindt plaats in uitkeringsjaar 2019.  
In 2019 wordt enerzijds het accres verhoogd door het doorschuiven van niet bestede budgetten 2018 anderzijds vindt een verlaging plaats door de afrekening van 2018. Per saldo is het accres in 2019 lager.
Vanaf 2020 dalen de accressen ten opzichte van de septembercirculaire 2018. Hoofdzakelijk als gevolg van een lagere loon- en prijsontwikkeling in het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Plan Bureau.

3.3. Plafond BCF
De afrekening van het BTW compensatiefonds 2018 is ook nadelig. Gemeenten hebben meer gedeclareerd bij het BCF dan gedacht in de septembercirculaire 2018 waardoor de ruimte onder het plafond kleiner is geworden. De afrekening vindt plaats in 2019 als een incidentele uitname.

3.4. Ontwikkeling uitkeringsfactor en uitkeringsbasis
Doordat de maatstaven (inwoners, woonruimtes, land …etc.) voor iedere gemeente steeds wijzigen, verandert het totaalbedrag waar alle gemeenten samen recht op hebben (de landelijke uitkeringsbasis). Toch moet die steeds wijzigende uitkeringsbasis in evenwicht blijven met het accres (het totaalbedrag dat het Rijk beschikbaar heeft voor de gemeenten). Om voor dit evenwicht te zorgen is de uitkeringsfactor ingesteld. Met de uitkeringsfactor wordt de landelijke uitkeringsbasis gecorrigeerd tot het niveau van het accres. Deze correctie vindt bij iedere circulaire plaats, wat betekent dat bij iedere circulaire de uitkeringsfactor opnieuw wordt vastgesteld. Het gevolg van een nieuw vastgestelde uitkeringsfactor is dat iedere gemeente een voor- of een nadeel in de algemene uitkering ondervindt.

Ook de nominale ontwikkeling (verleggen van het basisjaar van 2019 naar 2020) vindt plaats door een correctie van de uitkeringsfactor. Het Rijk vermeldt de uitkeringsfactor in lopende prijzen. Dat wil zeggen dat voor ieder volgend jaar rekening wordt gehouden met loon- en prijsontwikkeling. De gemeente Nieuwkoop raamt net als tweederde van alle gemeenten de begroting in constante prijzen. Dat betekent dat alleen rekening wordt gehouden met loon- en prijsontwikkelingen in het jaar t+1 en voor de jaren t+2, t+3 en t+4 constant wordt gehouden. Om een juist evenwicht (zowel de inkomsten en uitgaven volgens deze methodiek ramen) in de begroting te behouden vindt een correctie plaats op de uitkeringsfactor, de meerjarige loon- en prijsontwikkeling wordt eruit gehaald. Jaarlijks wordt bij de meicirculaire eenmalig de nominale ontwikkeling van het gemeentefonds meegenomen voor het jaar t+1, in dit geval het jaar 2020. Dit heeft een structureel effect.
In deze meicirculaire is de nominale ontwikkeling structureel stijgend. In 2020 € 674.338, in 2021 € 721.853, in 2022 € 782.826 en in 2023 € 849.755. Dit komt doordat de inflatie waar het Rijk rekening mee houdt meerjarig steeds lager is. De correctiepost wordt daarmee meerjarig steeds kleiner waardoor de nominale ontwikkeling hoger is. In de UPN 2020-2023 is reeds een correctie voor nominale ontwikkeling van € 661.000 aangekondigd.

4. Beleidskeuzes
Een deel van de wijzigingen in de algemene uitkering heeft betrekking op de uitvoering van specifieke taken. Voor deze wijzigingen moeten beleidskeuzes worden gemaakt: Vertalen we de wijzigingen wel of niet in de budgetten die voor de betreffende taken in de gemeentelijke begroting staan? Hieronder zijn de gemaakte beleidskeuzes op een rijtje gezet. Bij een 1 op 1 vertaling van taakmutaties naar budgetverhogingen zijn de velden groen gearceerd, bij het niet vertalen geel.

 (x € 1.000, - = voordeel, + = nadeel)

Taakmutaties meicirculaire

2018

2019

2020

2021

2022

2023

1. Jeugdhulp extra middelen

412

312

314

2. Loon- en prijsbijstelling Jeugd

112

114

115

116

117

3. Voogdij/18+

22

-1

-1

-2

-2

4. Verhoging leeftijdsgrenzen gezinshuizen

2

6

8

10

12

5. Invoer Wvggz

32

32

32

32

6. Armoedebestrijding kinderen

-5

-5

-5

-5

7. Loon- en prijsbijstelling Wmo 2015

131

132

133

8. Loon- en prijsbijstelling Wmo HV

68

69

71

72

72

9. Maatschappelijke begeleiding

12

10. Bonus beschut werken

18

11. Loon- en prijsbijstelling Participatie

1

1

1

2

2

12. Participatie

13

2

2

2

3

13. Landelijke vreemdelingenvoorzieningen

14. Verhoging taalniveau statushouders

15. Sportakkoorden

15

16. Brede impuls combinatiefuncties /buurtsportcoaches

33

33

33

33

33

17. Beheersovereenkomst DSO-LV

18. Waterschapsverkiezingen

20

19. DigiD en mijnOverheid

20. GDI voorzieningen

Taakmutaties

0

728

563

701

392

397

Toelichting

  1. Jeugdhulp extra middelen

De lobby om meer geld toe te voegen aan het gemeentefonds heeft geleid tot een incidentele verhoging van het Gemeentefonds. De lobby gaat door om ook structureel meer middelen aan het gemeentefonds toe te kunnen voegen. In de UPN 2020 is aangegeven dat Nieuwkoop in de begroting uitgaat van het kader van de meerjarenbegroting 2019-2022 doordat de nu al voorziene tekorten worden opgevangen vanuit het resultaatbestemmingsvoorstel dat gedaan is bij de jaarstukken 2018. We stellen wel voor om de extra middelen toe te voegen aan de budgetten zodat we minder aanspraak hoeven te maken op de reserve. Nieuwkoop is bezig met een andere manier van inkopen van jeugdhulp.

  1. Loon- en prijsbijstelling jeugd

zie de toelichting onder 1.

  1. Voogdij/18+

zie de toelichting onder 1.

  1. Verhoging leeftijdsgrenzen gezinshuizen

zie de toelichting onder 1.

  1. Invoer Wvggz

Gemeenten krijgen er taken bij, moeten onder meer verkennend onderzoek doen als er een melding gemaakt wordt.

  1. Armoedebestrijding kinderen

Nieuwkoop heeft aanvullende regelingen getroffen voor kinderen die opgroeien in armoede naar aanleiding van de Klijnsma gelden die voor dit doel in 2017 in de begroting zijn gekomen. Bijvoorbeeld via stichting Leergeld. De bestedingen blijven echter achter bij het beschikbare budget.

  1. Loon- en prijsbijstelling Wmo 2015

Er worden nieuwe opdrachten verstrekt voor begeleiding en dagbesteding. Dat moet gebaseerd zijn op reële prijzen. Het contract met Tom in de Buurt loopt t/m 2020.

  1. Loon- en prijsbijstelling Wmo HV

Volgens de raamcontracten met de aanbieders van huishoudelijk hulp groeien de tarieven huishoudelijke hulp mee met de CAO ontwikkeling.

  1. Maatschappelijke begeleiding

De bijdrage voor de maatschappelijke begeleiding van statushouders werd voorheen ontvangen via het COA en loopt nu via de algemene uitkering. Omdat de bijdrage is begroot zijn deze middelen nodig. Overigens is de uitkering lager dan begroot. Dit komt doordat er in dit tijdvak (1 oktober 2017 tot en met 20 februari 2019) minder statushouders in de gemeente Nieuwkoop zijn geplaatst dan met het opstellen van de begroting was verwacht.

  1. Bonus beschut werken

Van Rijnvicus is het signaal ontvangen dat er waarschijnlijk weer extra plekken beschut werken nodig zijn. Deze middelen kunnen hiervoor worden ingezet.

  1. Loon- en prijsbijstelling Participatie

Met de gemeente Alphen a/d Rijn is afgesproken dat de rijksmiddelen, beschikbaar voor de Participatiewet, onderdeel uitmaken van de gemeentelijke bijdrage aan het Werkbedrijf.

  1. Participatie

Zie de toelichting onder 11.

  1. Sportakkoorden

Dit budget is bestemd voor de sportformateur. Deze gaat aan de slag om vorm te geven aan het sportbeleid.

  1. Brede impuls combinatiefuncties/buurtsportcoaches

De brede impuls is de verhoging van het bedrag voor de buurtsportcoaches.

  1. Waterschapsverkiezingen

Het totaaloverzicht van de kosten van de verkiezingen is nog niet bekend. Bij de Najaarsnota wordt hierop teruggekomen.

5. Totaalbeeld financiële gevolgen meicirculaire in de begroting
(x € 1.000, - = voordeel, + = nadeel)

Effect meicirculaire 2019 op begrotingsaldo

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Technische uitwerking

-15

-667

-1.217

-1.048

-578

-613

Beleidskeuzes

0

728

563

701

392

397

Effect op begrotingsaldo

-15

61

-654

-347

-186

-216

ga terug