Met de weerstandsratio is nog lang niet alles gezegd over onze financiële positie in de brede zin. Om daarvan een beeld te krijgen kunnen we een aantal andere ratio's raadplegen. Het BBV schrijft voor dat doel de volgende ratio's voor.
Ratio | Rekening 2016 | Rekening 2017 | Rekening | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting | Begroting |
Netto schuldquote | 16,4% | 10,5% | 9,0% | 33,4% | 26,6% | 29,7% | 23,1% | 11,1% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 13,3% | 8,2% | 7,0% | 32,1% | 23,9% | 28,2% | 21,4% | 10,1% |
Solvabiliteitsratio | 37,8% | 41,3% | 46,5% | 51,2% | 48,0% | 54,1% | 54,1% | 56,9% |
Grondexploitatie | 114,0% | 105,2% | 83,8% | 45,2% | 66,9% | 43,7% | 44,9% | 2,6% |
Structurele exploitatieruimte | 5,5% | 5,1% | 0,2% | 0,6% | 1,1% | 1,1% | 0,7% | 0,0% |
Belastingcapaciteit | 107,4% | 121,5% | 112,1% | 117,7% | 124,9% | 125,3% | 125,5% | 126,0% |
Netto schuld per inwoner | € 1.363 | € 217 | € 219 | € 1.065 | € 667 | € 922 | € 589 | € 482 |
Het verloop van de ratio's ontwikkelt zich naarmate de gemeente zich financieel ontwikkelt. Ieder besluit met financiële gevolgen verandert iets aan de (toekomstige) financiële positie van de gemeente en dus ook aan een ratio die daar uitdrukking aan geeft. De ratio’s zijn berekend met het door de provincie beschikbaar gestelde Rekenmodel financiële kengetallen begroting 2020.
Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft iets aan over de mate waarin het inkomen van de gemeente toereikend is om aan de schuldverplichtingen te voldoen. De netto schuldquote is een percentage dat tot stand komt door het totale vreemde vermogen te delen door de totale baten uit de gemeentelijke exploitatie. Bij een netto schuldquote hoger dan 130% is sprake van een hoge schuld. Onder de 100% is sprake van een gemiddelde tot lage schuld.
De schuldquote en de netto schuld per inwoner geeft een fluctuerend beeld. De oorzaak hiervan is vooral gelegen in de financiering van grondexploitaties. Door verkoop van gronden en het afsluiten van grondexploitaties daalt de financieringsbehoefte. Financiering van investeringen dempt deze daling echter af.
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Bij de 'Netto Schuldquote Gecorrigeerd Voor Alle Verstrekte Leningen' wordt het vreemde vermogen verminderd met de doorgeleende gelden (leningen van de gemeente aan derden). De begrote netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen wijkt nauwelijks af van de netto schuldquote. Dat komt omdat we maar weinig lening aan derden hebben verstrekt.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft weer in hoeverre het totaal van de activa is gefinancierd met eigen middelen. De ratio wordt berekend door het Eigen Vermogen te delen door het totale vermogen. De begrote solvabiliteitsratio aan het einde van 2020 bedraagt 51% en voldoet aan het bij de begroting 2016 door de raad genomen besluit dat deze meer dan 40% moet bedragen.
Grondexploitatie
Deze indicator geeft de relatieve hoogte van de voorraad bouwgrond en het onderhanden werk (de grondpositie) in de grondexploitaties aan. De waarde van de grondpositie wordt gedeeld door de totale baten uit de gemeentelijke exploitatie. Hoe groter de grondpositie in verhouding tot de totale gemeentelijke baten, hoe groter het verhoudingsgewijze risico dat de gemeente loopt in de grexen. De begrote ratio grondexploitatie aan het einde van 2020 bedraagt 65%. Na 2022 neemt de ratio door het afsluiten van grondexploitaties sterk af.
Structurele exploitatieruimte
Het financiële kengetal ’structurele exploitatieruimte’ geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de begroting/jaarrekening is, afgezet tegen de inkomsten. Als norm voor gezond begrotingsevenwicht kan 0,6% van de algemene dekkingsmiddelen gehanteerd worden. Deze norm is gebaseerd op de vuistregel van de Commissie BBV die bij art. 12 gemeenten gehanteerd wordt voor de bepaling van de ruimte in de begroting om structurele tegenvallers op te vangen. We zetten de structurele ratio af tegen de hiervoor genoemde 0,6%. In 2020 bedraagt de begrote structurele exploitatieruimte 1,1%.
Belastingcapaciteit
De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het Coelo publiceert deze lasten ieder jaar in de Atlas van de lokale lasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. De belastingcapaciteit wordt berekend door de totale woonlasten van een meerpersoonshuishouden te vergelijken met het landelijk gemiddelde in het voorgaande jaar en de uitkomst uit te drukken in een percentage. De relevante informatie vinden wij in de tabel met de regionale vergelijking in de paragraaf Lokale Heffingen en de Atlas lokale heffingen van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO). Uit berekening blijkt dat de belastingcapaciteit in 2020 een omvang heeft van 124,9%. Dat betekent dat Nieuwkoop 24,9% boven het landelijk gemiddelde ligt. Dat was in de jaarrekening 2018 nog 20,9%. Het verschil is het gevolg van het kostendekkend maken van het tarief van de afvalstoffenheffing.
Netto schuld per inwoner
De netto schuld per inwoner is de netto schuld gedeeld door het aantal inwoners van de gemeente. De netto schuld per inwoner aan het eind van 2020 is € 667. Evenals bij de netto schuldquote is hier een flinke toename zichtbaar ten opzichte van de jaarrekening 2018 en is sprake van een fluctuerend beeld. De oorzaak hiervan is vooral gelegen in de financiering van grondexploitaties. Door verkoop van gronden en het afsluiten van grondexploitaties daalt de financieringsbehoefte. Financiering van investeringen dempt deze daling echter af.
Kengetallen in samenhang: financieel beleid
Zien we de verschillende financiële indicatoren en kengetallen in samenhang, dan ontstaat een beeld van de resultaten van het financiële beleid dat we in onze gemeente voeren.
Ons beleid is gericht op robuustheid. Nieuwkoop wil niet in een situatie komen waarin beleidsinhoudelijke concessies (bezuinigingen) moeten worden gedaan als gevolg van externe ontwikkelingen, zoals die op de geldmarkt of de onroerend goed markt. Dat beleid krijgt vorm in het streven naar een gezonde schuldpositie, een stevige solvabiliteit, voldoende structurele ruimte in de exploitatie en een verstandige omgang met de verhoudingsgewijs omvangrijke gemeentelijke grondexploitaties. Neemt niet weg dat zich in de financiële verhouding met het Rijk en de financiering van de jeugdzorg onzekerheden voordoen die het toekomstperspectief nadelig kunnen beïnvloeden.
De solvabiliteit, die sinds de begroting van 2016 een speerpunt is in het financiële beleid, laat ten opzichte van de jaarrekening 2018 een stijging zien. De structurele exploitatieruimte ligt in 2020 met 1,1% iets boven de norm van 0,6%.
Nieuwkoop voert verhoudingsgewijs omvangrijke grondexploitaties uit, dat is een bewuste keuze. Fluctuaties in grondposities hebben direct zichtbare gevolgen voor de verhouding tussen de waarde van de grondposities en de gemeentelijke lasten en baten. Het kengetal 'grondexploitaties' laat in de periode 2020-2023 een ontwikkeling zien die gunstig te noemen is. In 2023 daalt deze, o.a. door het afsluiten van de grondexploitatie Noordse Buurt significant.
Al met al voldoen we aan de doelstellingen die we ons zelf gesteld hebben voor een gezonde schuldpositie, een stevige solvabiliteit, een structureel sluitende exploitatie en een verstandige omgang met de afnemende gemeentelijke grondexploitaties. Desondanks baren in meerjarenperspectief met name onzekerheden rond de financiële verhouding met het rijk en de financiering van de jeugdzorg ons zorgen.